De landelijke behoefte aan extra ondersteuning

Doordat het reguliere onderwijs vaak in een behoefte aan extra ondersteuning kan voorzien, kunnen veel kinderen in hun normale leeromgeving blijven. Hoeveel leerlingen hebben extra ondersteuning nodig? En welke soort onderwijs volgen zij? Lees hier wat de behoefte aan extra ondersteuning in Nederland is.

Hoeveel (bekostigde) leerlingen hebben de samenwerkingsverbanden?

De grootte van een samenwerkingsverband hangt af van twee zaken: het aantal leerlingen dat ingeschreven staat op een reguliere school binnen het samenwerkingsverband en het aantal leerlingen in het so en sbo waarvoor het samenwerkingsverband bekostigd wordt. Deze twee aantallen bepalen ook de hoogte van het ondersteuningsbudget. Hieronder ziet u het totaal aantal (bekostigde) leerlingen.

Filter op:

Welke indicaties ontvangen leerlingen binnen de samenwerkingsverbanden?

Leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte kunnen terecht op het regulier onderwijs of in het speciaal onderwijs. Voor sbo , dat binnen het reguliere onderwijs valt, en voor so moet het samenwerkingsverband een indicatie of toelaatbaarheidsverklaring afgeven. Het diagram geeft het deelnamepercentage aan per indicatie, ofwel: hoeveel leerlingen welke indicatie ontvangen.

Filter op:

Hoeveel kinderen gaan (tijdelijk) niet naar school?

Het uitgangspunt van passend onderwijs is om ieder kind een zo passend mogelijke plek te bieden. Als dit (tijdelijk) niet lukt, heet dat verzuim - tenzij het kind een vrijstelling heeft gekregen. Onderstaande gegevens gaan over zowel primair als voortgezet onderwijs en kunnen iets zeggen over de dekking van het aanbod. Maar er spelen veel factoren mee. Niet alle kinderen die verzuimen, hebben extra begeleiding nodig. Iemand kan ook wachten op instroom in een s(b)o-school, of eerst een jeugdzorgtraject nodig hebben. Let op: onderstaande gegevens gaan over het primair én het voortgezet onderwijs

Filter op:

Toelichting

Er zijn 2 categorieën van verzuim. Als kinderen enige tijd niet staan ingeschreven op een school heet dat ‘absoluut verzuim’. Bij ‘langdurig relatief verzuim’ staan kinderen wel ingeschreven, maar zijn ze niet op school aanwezig. Een ‘vrijstelling’ wordt in overleg met jeugdzorg afgegeven door een leerplichtambtenaar als kinderen om lichamelijke of fysieke redenen niet naar school kunnen gaan.

Wat is de gemiddelde verblijfsduur?

De indicator Gemiddelde verblijfsduur toont de landelijk gemiddelde verblijfsduur in jaren van alle leerlingen die op dit moment in het sbo of so zitten. We berekenen de indicator door het totaal aantal jaren dat een leerling op de betreffende onderwijssoort ingeschreven staat bij elkaar op te tellen. Onderbrekingen tellen daarbij niet mee maar de jaren vóór een onderbreking wel. Het maakt daarbij ook niet uit of de leerling tussendoor van school of samenwerkingsverband is veranderd.

Toelichting

Let op: Omdat het de gemiddelde verblijfsduur van alle leerling in het sbo of so betreft de indicator dus geen indicatie voor hoe lang leerlingen in totaal op het sbo of so verblijven voordat zij doorstromen naar het vo.